Camerabewaking

Op 25 mei 2018 trad niet alleen de GDPR (voluit General Data Protection Regulation, of, in het Nederlands, Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)) in werking, maar werden ook een aantal aanpassingen doorgevoerd aan de camerawet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s.
Er veranderden 2 zaken i.v.m. de informatieplicht ten aanzien van de overheden bij het plaatsen van bewakingscamera's:

  • Camera’s die vallen onder de Camerawet moeten sinds 25 mei 2018 enkel nog worden aangegeven aan de politiediensten, maar niet meer aan de Gegevensbeschermingsautoriteit (dit is sinds 25 mei 2018 de nieuwe naam van wat voorheen de Privacycommissie heette).
    Deze aangifte van de plaatsing en het gebruik van een camerabewakingssysteem gebeurt op elektronische wijze via het centraal e-loket voor de aangifte van bewakingscamera's dat door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ter beschikking wordt gesteld. De aangifteplicht geldt ook voor camera’s die al zijn aangegeven via het elektronisch loket van de Privacycommissie: deze camera’s moeten eveneens opnieuw worden aangegeven, maar daarvoor is in een overgangsperiode voorzien (tot uiterlijk 25 mei 2020).
    De toegang tot het elektronisch loket is gratis en kan op drie manieren gebeuren:
    • met de elektronische identiteitskaart van de aangever;
    • met een unieke veiligheidscode toegekend aan de aangever via een mobiele applicatie;
    • met een « burgertoken » afgeleverd aan de aangever, op aanvraag, door de Algemene Directie Digitale Transformatie van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning.
  • Daarnaast moet de verantwoordelijke voor de verwerking van deze gegevens bepaalde informatie (bepaald bij K.B.) bijhouden in een specifiek register over de verwerking van beelden (al dan niet elektronisch): een zgn. activiteitenregister inzake de verwerking van de beelden. Dat register moet, op aanvraag, ter beschikking worden gehouden van de GBA en de politiediensten. Dat specifiek register is geïnspireerd op het algemene register van verwerkingsactiviteiten uit de GDPR. Het is echter (nog) niet duidelijk of in dat geval ook het algemeen register van de verwerkingsactiviteiten nog moet worden aangevuld. Voorlopig is het alleszins aan te raden om in het algemeen register minstens een verwijzing naar het specifieke register op te nemen en om beide samen te bewaren.